Recentelijk, de Hoge Raad (STF) heeft een belangrijke beslissing genomen die de toepassing van strafboetes wijzigt, omvat de gevallen van belastingontduiking, fraude of samenspanning. Voorheen, de Belastingdienst, Staten, Federale District en Gemeente vroegen exorbitante boetes aan, veel ervan berekend op basis van de waarde van de transacties, meer dan 150% boven het bedrag van de belastingschuld, wat vaak werd bekritiseerd om zijn confiscerende effect.
Met de nieuwe beslissing, de limiet voor deze boetes is vastgesteld op 100% van het vereiste belastingbedrag, toegestaan dat de verhoging tot 150% alleen in gevallen van herhaling plaatsvindt.
Wat is de strafboete
De boete of ambtshalve boete is een sanctie die door de belastingdiensten wordt opgelegd, federaal, regionaal, districten of gemeentelijke aan natuurlijke of rechtspersonen die niet voldoen, vrijwillig of onvrijwillig, de regels die hen verplichten belastingen te innen
Deze gevallen worden strikt behandeld door de Braziliaanse belastingwetgeving, met boetes die tot dan op verschillende bases werden berekend, overwinnen, in veel, het percentage van 1050% van het verschuldigde belastingbedrag.
Deze zware straf heeft veel debatten in de rechtspraak veroorzaakt, aangezien, in veel gevallen, de waarde overschreed het bedrag van de oorspronkelijke schuld, wat het in beslag nemen configureerde — verboden door de Grondwet.
In oktober 2024, de STF heeft besloten, bij unanimiteit, dat de strafboetes beperkt moeten zijn tot 100% van het bedrag van de belastingschuld. De uitzondering geldt alleen in gevallen van recidive, waarbij de straf kan oplopen tot 150%. De beslissing is gebaseerd op het constitutionele beginsel dat belastingen, inclusief boetes, mogen geen confiscatoir karakter hebben (art. 150, IV, van de Grondwet.
Bijvoorbeeld, een bedrijf is beboet met 150% van een belastingvordering van R$ 100.000. Voor de beslissing, de boete bedroeg R$ 150.000. Met de nieuwe regel, deze boete zal nu beperkt zijn tot R$ 100.000.
Deze wijziging zorgt ervoor dat de belastingmaatregelen proportioneel zijn en de belastingbetaler geen buitensporige last opleggen, respecterende de beginselen van redelijkheid en proportionaliteit.
Wie kan een terugbetaling aanvragen
Een van de meest directe gevolgen van deze beslissing is de mogelijkheid van terugbetaling van te veel betaalde bedragen. Belastingplichtigen die tussen december 2023 en oktober 2024 met percentages hoger dan 100% zijn beboet, voor de beslissing van de STF, kunnen de terugbetaling van het overschot aanvragen.
Als een klein handelsbedrijf, met een schuld van R$ 50.000, is beboet in R$ 75.000 (150%), de boete zal nu worden verlaagd naar R$ 50.000. Dit stelt het bedrijf in staat om door te gaan met opereren en te investeren in zijn bedrijf zonder het gewicht van een buitensporige straf.
Hoe de beslissing invloed heeft op de fiscale sancties in de toekomst
De beslissing van de STF stelt een nieuwe norm vast voor de belastingboetes, meer voorspelbaarheid creëren voor de belastingbetalers. Door de boete te beperken tot 100% en deze alleen in geval van herhaling te verhogen tot 150%, de STF garandeert dat de sanctie een effectief mechanisme blijft tegen wanbetaling,zonder, echter, onevenredig de bezittingen van de belastingbetalers in gevaar brengen.
Als een bedrijf eerder al een boete heeft gekregen, e, na een nieuwe schending, staat voor een boete van 150% over een bedrag van R$ 120.000, de nieuwe boete zal R$ 180 zijn.000. Hoewel recidive nog steeds leidt tot zware straffen, nu is er een duidelijk criterium voor de toepassing ervan.
Met deze nieuwe beslissing, de boetes en de effecten van inbeslagname vervallen?
De belangrijkste kritiek op de boete van 150% was het confiscatoire effect. Wanneer de boete het dubbele van de oorspronkelijke belastingschuld overschreed, dit genereerde een extreem hoge financiële last voor de bedrijven en de boetes voor particulieren, wordend, vaak, onbetaalbare schuld.
Deze onevenredige sanctie zou de werking van veel bedrijven kunnen belemmeren, vooral de kleinere bedrijven, naast het demotiveren van de vrijwillige betaling van belastingen.
Met de beslissing van de STF, het probleem van het confiscatoire effect van boetes voor belastingontduiking wordt opgeheven. De nieuwe regel zorgt ervoor dat boetes een bestraffend karakter hebben, maar binnen de grenzen van de proportionaliteit, het stimuleren van de naleving van de belastingwetgeving zonder de belastingbetalers buitensporig te straffen.
Welke veranderingen moeten worden doorgevoerd op basis van de nieuwe beslissing
Voor deze veranderingen, het is essentieel dat bedrijven en belastingbetalers fiscale compliance-strategieën aannemen om boetes en zware straffen te voorkomen.
Dit omvat de juiste berekening van belastingen, het verstrekken van nauwkeurige informatie aan de Belastingdienst en het aannemen van boekhoudkundige en fiscale praktijken die in overeenstemming zijn met de wetgeving.
De verlaging van de boetes tot 100% van het verschuldigde bedrag maakt het voor bedrijven nog voordeliger om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen, aangezien de kosten van een eventuele sanctie voorspelbaarder en minder belastend zullen zijn.
Conclusie
De beslissing van de STF om de boete voor belastingontduiking te beperken tot 100% is een belangrijke vooruitgang in de verdediging van de rechten van belastingbetalers. Door ervoor te zorgen dat de straffen proportioneel zijn en de redelijke grenzen niet overschrijden, de STF versterkt het respect voor het beginsel van het verbod op confiscatie.
Bovendien, de mogelijkheid van restitutie voor degenen die boven deze limiet zijn beboet tussen december 2023 en oktober 2024 biedt een kans op financiële verlichting en correctie van buitensporige straffen.
Tatiana Vikanis is partner at Vikanis & Ricca Advocaten and specialist in Belastingrecht at IBET. Heeft een focus op administratieve en juridische belastinggeschillen met betrekking tot directe en indirecte belastingen, naast het bieden van belastingadvies en actief zijn in de sector van het sociaal zekerheidsrecht
Eduardo Ricca is belastingadviseur en partner bij Vikanis & Ricca Advocaten. Hij is gespecialiseerd in belastingrecht bij het IBDT en heeft een focus op administratieve en juridische geschillen met betrekking tot directe en indirecte belastingen, naast het pensioengebied