Het Braziliaanse Burgerlijk Wetboek ondergaat een reeks wijzigingen die het gevolg zijn van herhaalde beslissingen van rechtbanken door heel het land. Onder hen is de creatie van het Digitale Recht, dat bescherming en garanties biedt aan burgers binnen de virtuele omgeving.
De veranderingen in de wetgeving met betrekking tot de regulering van het recht in de online omgeving zijn positief en zeer welkom, hoewel Brazilië op dit gebied nog achterloopt op de Verenigde Staten en landen van de Europese Unie, die enkele jaren geleden hun eigen verklaring over digitale rechten en principes hebben gepubliceerd. Zo komt de nieuwe Braziliaanse wetgeving op het juiste moment om het debat en de problematisering over het onderwerp te vergroten.
Bij het vaststellen van de wettelijkheid en regulariteit van handelingen en activiteiten die plaatsvinden in de digitale omgeving, is het doel het versterken van de uitoefening van het privé-autonomie, het behouden van de waardigheid van mensen en organisaties en de veiligheid van hun vermogen. Het wordt zeer positief ontvangen, bijvoorbeeld, de definitie van wat digitaal erfgoed is en de correlatie ervan met het erfrecht.
Met de regelgeving kan het digitale erfgoed worden geërfd en in een testament worden beschreven. Dit is uiterst belangrijk voor de hedendaagse dagen, waarin YouTube-kanalen bijvoorbeeld miljarden waard kunnen zijn. De wettelijke erfgenamen van overleden personen kunnen verzoeken dat hun profielen op sociale netwerken worden verwijderd of omgezet in gedenkplaatsen.
Met de wetgeving wordt de afschaffing vankoppelingenin zoekmachines die persoonlijke intieme afbeeldingen tonen, waardoor de mogelijkheid van schadevergoeding voor slachtoffers ontstaat. Echter, tegenwoordig is de aansprakelijkheid voor datalekken al goed geregeld door de Algemene Verordening Gegevensbescherming – AVG (Wet nr. 13.709/2018). Het behandelen van hetzelfde onderwerp in twee wetten op hetzelfde niveau kan in de toekomst interpretatieverwarring veroorzaken.
Dit toont aan dat sommige toevoegingen van het digitale recht aan het Burgerlijk Wetboek misschien niet de meest juiste zijn. Intussen is het bekend dat misverstanden deel uitmaken van de evolutie van het onderwerp, dat nog vrij nieuw is voor de wetgever. Het belangrijkste voordeel van de veranderingen is de rechtszekerheid voor zowel natuurlijke personen als bedrijven, waardoor hun gedragingen op een redelijk voorspelbare en stabiele manier kunnen worden gereguleerd.
Op plaatsen waar de wet vaag blijft, waardoor verschillende interpretaties mogelijk zijn, zullen de beslissingen van de rechtbanken gelden. Deze zullen hun begrip uniformeren naarmate het aantal juridische kwesties toeneemt en ter beoordeling wordt voorgelegd.
Andere belangrijke voorgenomen wijzigingen zijn de erkenning van digitale identiteit als officieel middel voor identificatie van burgers, met regelgeving voor het gebruik van elektronische handtekeningen; en de eis van duidelijke identificatie van het gebruik van AI-tools (kunstmatige intelligentie). Toestemming is vereist voor het maken van afbeeldingen van mensen, of ze nu nog in leven zijn of al overleden.