Decennialang bepaalde de keuze tussen software helemaal zelf ontwikkelen of een kant-en-klare oplossing aanschaffen de technologiestrategie van bedrijven in diverse sectoren. De vergelijking leek simpel: kopen zorgde voor een snellere implementatie en lagere kosten, zelf ontwikkelen bood mogelijkheden voor maatwerk en meer controle. Maar de komst van generatieve kunstmatige intelligentie, en met name AI-ondersteunde ontwikkeling (AIAD), heeft alle variabelen in deze vergelijking veranderd. Het is niet langer een kwestie van kiezen tussen twee klassieke benaderingen, en misschien bestaat het traditionele dilemma zelfs niet meer.
Doordat generatieve AI cruciale fasen van de ontwikkelingscyclus optimaliseert, zoals het schrijven van code, geautomatiseerd testen, het opsporen van bugs en zelfs architectuursuggesties, is het ontwikkelen van maatwerksoftware niet langer voorbehouden aan grote bedrijven met een ruim budget. Voorgeprogrammeerde modellen, gespecialiseerde bibliotheken en low-code of no-code platforms, aangedreven door AI, hebben de ontwikkelingskosten en -tijd drastisch verlaagd.
In plaats van maanden worden veel oplossingen nu binnen enkele weken opgeleverd, en in plaats van grote interne teams kunnen kleine, zeer gespecialiseerde teams op indrukwekkende wijze op maat gemaakte en schaalbare applicaties leveren. GitHub Copilot, gelanceerd in 2021, is een praktisch voorbeeld van generatieve AI die ontwikkelaars helpt door code voor te stellen en codefragmenten automatisch aan te vullen. Een onderzoek van GitHub toonde aan dat ontwikkelaars die Copilot gebruikten taken gemiddeld 55% sneller voltooiden, terwijl ontwikkelaars die GitHub Copilot niet gebruikten gemiddeld 1 uur en 11 minuten nodig hadden om de taak te voltooien, en degenen die het niet gebruikten gemiddeld 2 uur en 41 minuten.
Gezien deze realiteit verliest het oude argument dat het kopen van standaardsoftware gelijkstond aan geld besparen, aan kracht. Generieke oplossingen, hoewel verleidelijk, passen zich vaak niet aan de specifieke kenmerken van interne processen aan, schalen niet met dezelfde flexibiliteit en creëren een beperkende afhankelijkheid. Op korte termijn lijken ze misschien voldoende, maar op middellange en lange termijn vormen ze een obstakel voor innovatie. Bovendien
begint het idee dat concurrentievoordeel in de code zelf schuilt, af te brokkelen. In een scenario waarin het herschrijven van een complete applicatie goedkoop en haalbaar is geworden, verliest het idee om "de code te beschermen" als strategisch bezit steeds meer aan betekenis. De werkelijke waarde ligt in de architectuur van de oplossing, de soepele integratie met bedrijfssystemen, databeheer en, bovenal, het vermogen om de software snel aan te passen aan veranderingen in de markt of het bedrijf.
Het gebruik van kunstmatige intelligentie (AI) en automatisering verkort de ontwikkeltijd met wel 50%, zoals blijkt uit een rapport van OutSystems en KPMG waarin 75% van de ondervraagde managers aangaf. Maar als "bouwen" de nieuwe norm is, ontstaat er een tweede dilemma: intern bouwen of met gespecialiseerde externe partners? Hier wint pragmatisme het. Het opzetten van een intern technologieteam vereist continue investeringen, talentmanagement, infrastructuur en, bovenal, tijd – de schaarste grondstof in de race naar innovatie. Voor bedrijven waarvan de kernactiviteit niet software is , kan deze keuze contraproductief zijn.
Strategische partnerschappen met ontwikkelingsbedrijven bieden daarentegen voordelen zoals directe toegang tot geavanceerde technische kennis, snellere levering, flexibele personeelsbezetting en lagere operationele overhead. Ervaren externe teams fungeren als een verlengstuk van het bedrijf, zijn resultaatgericht en beschikken vaak over kant-en-klare schaalbare architectuurmodellen, geïntegreerde CI/CD-pipelines en beproefde frameworks – alles wat kostbaar en tijdrovend zou zijn om vanaf nul op te bouwen. Ook een derde element in deze vergelijking is het vermelden waard: het netwerkeffect van opgebouwde expertise.
Terwijl interne teams continu moeten bijleren, bouwen externe specialisten die aan meerdere projecten werken veel sneller technische en zakelijke expertise op. Deze collectieve intelligentie, gericht toegepast, leidt vaak tot effectievere en innovatievere oplossingen. De keuze is daarom niet langer tussen kopen of zelf ontwikkelen, maar tussen vasthouden aan rigide oplossingen of iets bouwen dat echt aansluit op de behoeften van het bedrijf. Maatwerk, ooit een luxe, is een verwachting geworden, schaalbaarheid een vereiste en AI een gamechanger.
Uiteindelijk schuilt het ware concurrentievoordeel niet in standaardsoftware of op maat geschreven code, maar in de strategische wendbaarheid waarmee bedrijven technologische oplossingen integreren in hun groei. Het AIAD-tijdperk nodigt ons uit om binaire dilemma's los te laten en software te beschouwen als een continu, levend en strategisch proces. En om dit te bereiken, is het niet voldoende om simpelweg te bouwen; het is noodzakelijk om intelligent te bouwen, met de juiste partners en een visie voor de toekomst.
